THE SOUTHEAST CONNECTION
>> Regenwoud

Salang Ai

Ook na aankomst in het dorpje Salang Ai bleef het nog uren regenen, terwijl wij onze spullen probeerden te drogen rond het vuur.

Loksado, een dorp in de Meratus bergen van Kalimantan, staat bekend om zijn mooie jungle-treks. Veel westerse toeristen vind je er niet, of toch niet in het regenseizoen. Onderweg ernaartoe ontmoetten we slechts één Duitser, Johan, waarmee we aan een driedaagse trekking begonnen.

‘It will be quite a strenuous trek,’ zei Olaf nog tegen Johan voordat we vertrokken, met een blik op diens opkomend bierbuikje.
‘I’m quitz vit,’ antwoordde Johan, met die rare glimlach van hem.
‘Do you have a sweater?’ ging ik verder, want het kan ’s avonds best koud worden in de bergen. ‘A rain coat? Long trousers? A sleeping bag?’
Niets van dit alles bleek Johan bij zich te hebben, enkel een t-shirt, short en wat hij noemde ‘trekkingsandalen’. Maar hij was er niettemin van overtuigd dat hij de tocht zou aankunnen.

Onze gids Amat had niet gelogen over de fysieke moeilijkheid van de trek. De eerste uren ging het steil omhoog. De inspanning en de vochtige hitte van de jungle maakten ons meteen drijfnat. Het werd ook snel duidelijk dat Johan niet zo vit was als hij dacht. Puffend en hijgend als een stoommachine liep hij achter ons aan. Telkens als we een rivier overstaken hingen er dertig bloedzuigers aan zijn voeten en kuiten, en het aantal muggenbeten op zijn blote vlees was niet te tellen. Maar het moet gezegd worden: hij klaagde weinig en Olaf en ik konden volop genieten van de wilde jungle met haar torenhoge bomen, planten die op planten op bomen groeiden en het jungle-fruit dat voor het oprapen lag.

Tot het begon te regenen. Gieten. Urenlang stortten er bakken water uit de hemel. We probeerden onze rugzakken zo goed mogelijk te beschermen met onze regenjassen, maar zelf waren we in een mum van tijd drijfnat. Alleen die arme Johan, in zijn t-shirt, herinnerde ons eraan dat het altijd nog erger kon.

Na uren lopen in de regen kwamen we eindelijk aan in Salang Ai, het piepkleine dorpje waar we zouden overnachten. (Elf families rond een traditioneel long-house, dat is in de jungle de naam dorp waard). De moed zonk in onze drijfnatte schoenen toen we merkten dat onze slaapzakken en reservekleren toch vrij nat waren geworden.

Veel comfort vonden we niet in onze homestay, we sliepen op de harde plankenvloer en een toilet was er niet – of zoals Amat het verwoordde: ‘toilet is anywhere’. We waren dan ook niet verbaasd dat Johan de volgende ochtend wilde terugkeren. Eerlijk gezegd vonden Olaf en ik het niet zo erg, want de regen had ook onze moed weggespoeld. Gelukkig leidde Amat ons via een andere route terug naar Loksado en werd het toch nog een interessante tweedaagse trek. Maar volgende keer nemen we toch geen Duitsers meer mee, hoe vit ze ook beweren te zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *